Whisky Productie

Fase 2 - Malen en Beslag Maken

In deze fase wordt het mout gemalen en vermengd met water. Na enige tijd wordt het zetmeel omgezet in suikers (let wetl dit omzetten is niet het gist proces!). Gemalen mout wordt grist genoemd.

Het water wat hierbij gebruikt wordt moet zeer zuiver zijn. Dat is ook de reden waarom een whisky stokerij zich naast een betrouwbare lokale bron van zuiver water bevindt. Vaak wordt het diep uit de grond omhoog gepompt op enige afstand van de distilleerderij. Let wel, een distilleerderij ligt vaak aan een riviertje. Dit water wordt niet gebruikt voor het maken van de whisky maar voor het koeling in het distillatie proces zodat de whisky kan condenseren.

Het karakter van het water heeft uiteindelijk ook invloed op de smaak en geur van de whisky. Zo kan het water mineralen bevatten omdat het water over granieten rotsen of door een turfrijk gebied heeft gestroomd.

De vloeibare combinatie van mout en water wordt in het engels "mash" genoemd. Het beste te vertalen als "beslag". Dit mengen en voortdurend roeren gebeurt in een groten ronde bak (zoals we die ook kennen bij de de productie van kaas) en voor enkele uren geroerd.

De suikers zakken naar de bodem en worden afgetapt. Deze afgetapte vloeistof wordt "wort" genoemd. Van het overblijfsel wordt vervolgens de temperatuur verhoogd en worden de suikers nogmaals afgetapt. Het restand (dat nu dus inmiddels 3x is opgewarmd) wordt bewaard en hieraan wordt een nieuwe hoeveelheid grist aan toegevoegd en het proces begint weer opnieuw.

Vaste bestanddelen, het residu, zoals het kaf worden eruit gefilterd en verwerkt in diervoeders.